Page 33 - Code VVR 2017-2018
P. 33
Deel 1 – De Code VVR Richtlijnen HOOFDSTUK 7 Richtlijnen: Chauffeurs 7.0 Inleiding Dit hoofdstuk is bestemd voor chauffeurs die rolstoelgebruikers vervoeren. Dat zijn niet alleen chauffeurs die beroepsmatig werken maar ook vrijwillige chauffeurs en particulieren die een eigen (rolstoeltoegankelijke) auto besturen. Deze richtlijnen zijn vooral gericht op de taken van een beroepschauffeur, maar gelden behoudens de richtlijnen voor de arbeidsrelatie ook voor de andere chauffeurs. 7.1 Richtlijnen voor chauffeurs Hierna volgen de richtlijnen voor chauffeurs die het mogelijk maken om tijdens het vervoer de veiligheid van rolstoelgebruikers te waarborgen. 7.1.1 Materialen De vervoerder (taxibedrijf, zorginstelling of anderen) zorgt ervoor dat de rolstoel inzittenden beveiligingssystemen (Ribs’en) voldoen aan de gestelde eisen. De chauffeur moet voorafgaande aan de rit niet alleen controleren of de Ribs’en compleet zijn, maar ook of ze goed functioneren en of de bijbehorende hulpstukken (juiste maat) beschikbaar zijn. Vanzelfsprekend moeten zij ook de normale voertuigcontrole uitvoeren. De chauffeur meldt gebreken bij de verantwoordelijke medewerker van de organisatie waarvoor hij rijdt. De chauffeur is tijdens de rit verantwoordelijk voor het juiste gebruik en functioneren van de materialen. Hij mag dus verwachten, dat essentiële gebreken direct verholpen worden of dat hij de beschikking krijgt over een voertuig dat wel in orde is. 7.1.2 Werkhouding Veiligheid is vooral afhankelijk van het juiste gebruik van goede veiligheidsmiddelen en een veilige rijstijl. Daarnaast is het belangrijk dat de rolstoelinzittende zich tijdens de autorit veilig voelt. Daartoe is ook de werkhouding en klantvriendelijk gedrag van chauffeurs belangrijk. Van chauffeurs die rolstoelgebruikers vervoeren wordt daarom verwacht dat zij: • Op de hoogte zijn van de richtlijnen voor het vervoer van rolstoelgebruikers. • Rolstoelgebruikers herinneren aan en of de juiste informatie verstrekken over de richtlijnen en hen bijstaan bij het naleven ervan (bijvoorbeeld wanneer zij worden vastgezet). • Alleen met empathie voor de gevoelens van de rolstoelinzittende hem heel dicht naderen of in direct lichamelijk contact treden (bijvoorbeeld bij het aanleggen van de veiligheidsriem). • Over de medische beperkingen van rolstoelgebruikers tegenover derden de geheimhoudingsplicht in acht nemen. • Rolstoelgebruikers met respect tegemoet treden ongeacht hun sociale en economische status of andere persoonlijke kenmerken (bijvoorbeeld opleiding, cultuur, ras, sekse, levensovertuiging, leeftijd of handicap). • Een veilige en zo comfortabel mogelijke rijstijl toepassen. 7.1.3 Vaardigheden en opleiding Chauffeurs die rolstoelpassagiers vervoeren dienen op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen op het gebied van veilig rolstoelvervoer. Chauffeurs moeten bereid zijn om aanvullende relevante opleidingen te volgen. © Ing. A.W.Peters Uitgave 2017 / 2018 33
   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38