Page 43 - Code VVR 2017-2018
P. 43
Deel 2 – Bijlagen bij De Code VVR Bijlage A: Praktijksituaties en werkmethoden Bijlage A Praktijksituaties en werkmethoden Verklaring over het toepassen van de bijlagen bij de Code VVR De richtlijnen in de Code VVR geven aan welke inspanningen moeten worden verricht om te komen tot optimaal veilig vervoer van rolstoelgebruikers. Die richtlijnen zijn echter in algemene bewoordingen gesteld. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat deze instructies onvoldoende duidelijk zijn om alle in de praktijk voorkomende situaties in goede banen te leiden. Vooral voor oudere rolstoelen en of oudere voertuigen komt dat voor. Ook bij rolstoelen die op maat gemaakt of aangepast zijn kunnen gemakkelijk misverstanden ontstaan. Omdat de wetgever het gebruik van oudere voertuigen en vastzetsystemen formeel toestaat, zullen ook deze situaties in de beschouwingen worden meegenomen. Nadrukkelijk dient gezegd te zijn dat de veiligheid in het rolstoelvervoer in hoge mate gediend is met het zo snel mogelijk vervangen van oudere voertuigen door nieuwe(re) met de huidige intussen vrijwel gestandaardiseerde 4-punts vastzetsystemen die voldoen aan de NEN-ISO 10542 norm en die bovendien standaard voorzien zijn van stalen haken en bijbehorende driepuntsgordels. Dit advies geldt eveneens voor het vervangen van rolstoelen door exemplaren die voldoen aan de NEN-ISO norm 7176-19. Bijlage A vertaalt de algemene richtlijnen in praktische informatie. A.0 Inleiding In de Code VVR (DEEL 1) zijn voor alle betrokken partijen de richtlijnen beschreven die bepalend zijn voor het veilig vervoeren van rolstoelgebruikers. Het weergeven van alleen die richtlijnen is echter onvoldoende om in de praktijk veilig vervoeren daadwerkelijk in praktijk te brengen. Het blijkt dat ondanks goede richtlijnen (waaronder die in de Code VVR) er in de dagelijkse praktijk nog veel misvattingen bestaan en fouten worden gemaakt. In de bijlage A zijn daarom praktijksituaties en werkmethoden beschreven waarin op hoofdlijnen is aangegeven welke aandachtspunten en handelwijzen belangrijk kunnen zijn. Sommige zaken kunnen gevat worden in een duidelijke werkmethode. Bij andere zaken is dat lastiger. Dan kunnen verschillende belangen of eigenschappen met elkaar in tegenspraak zijn, waardoor dilemma’s ontstaan waarin (ongewenste) keuzes gemaakt moeten worden. Deze bijlage beoogt handvatten te bieden voor het oplossen van die dilemma’s. A.1 Arbeidsomstandigheden / algemeen veilig werken In Nederland is ruime informatie en wetgeving voorhanden waar het gaat om arbeidsomstandigheden. In de (wettelijke) regels en richtlijnen worden veelal “harde” grenzen aangegeven voor maximale te tillen gewichten en uit te oefenen krachten. Door de specifieke omstandigheden bij het vervoeren van rolstoelgebruikers kan eenvoudigweg niet altijd aan die normen voldaan worden. Vooral duwen, trekken, bukken en knielen zijn bewegingen waarbij grenswaarden soms overschreden (moeten) worden. Om de risico’s op lichamelijke klachten te beperken kunnen wel enkele algemene aanwijzingen gegeven worden. A.1.1 Duwen (tegenhouden) en trekken Duwen en trekken doen zich in het rolstoelvervoer vooral voor bij het naar binnen of buiten rijden van de rolstoelgebruiker en het op zijn plek brengen van een rolstoel. Bij gebruik van oprijplaten kan dat gemakkelijk leiden tot lichamelijke overbelasting van de chauffeur. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken moeten vooral een gedraaide lichaamshouding en een te veel gebogen rug vermeden worden. © Ing. A.W.Peters Uitgave 2017 / 2018 43
   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48