Page 61 - Code VVR 2017-2018
P. 61
Deel 2 – Bijlagen bij De Code VVR Bijlage B: Beginselen en uitganspunten Wanneer alle rolstoelen voorzien zijn van vier vastzetpunten die aan de genoemde voorwaarden voldoen, kan gesproken worden van uniforme vastzetpunten waarmee samen met de haken van de spanbanden een gestandaardiseerde werkwijze mogelijk is. Andere koppelsystemen kunnen dan beperkt worden tot bijzondere situaties. Als voorbeeld voor de juiste maatvoering kan uitgegaan worden van de tekening E.1 in Annex E van de norm NEN-ISO 10542-1. (Zie de tekening hiernaast). Tip: In de tekening is een maat van de opening weergegeven van 60x25 mm. Beter is een opening van 70x25 mm, omdat er dan ook voldoende ruimte is voor het “doorsteken” van sluitingen bij gebruik van lus- bandbevestigingen. << Zie de “Tip:” << Rolstoelfabrikanten en rolstoelleveranciers worden geadviseerd deze laatste maten aan te houden. Deze tekening dient zo gelezen te worden dat niet uitgegaan behoeft te worden van een omsloten opening, maar er in ieder geval twee haaks op elkaar staande framedelen van de rolstoel zijn waaromheen minimaal de getekende vrije ruimte beschikbaar is. Tekening E.1 in Annex E van de norm NEN-ISO 10542-1 B.5.3 Testmethode toegankelijkheid van vastzetpunten Het beschikken over uniforme vastzetpunten is één, maar ze moeten ook eenvoudig toegankelijk en bruikbaar zijn. De norm NEN-ISO 7176-19 beschrijft een methode om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van de vastzetpunten van de rolstoel vast te stellen. Deze beschrijving staat in § 5.3 en Annex C van die norm. De in die norm beschreven testhaak is hiernaast afgebeeld. De voorgeschreven testmethode komt in grote lijnen op het volgende neer: Een chauffeur moet staande naast de rolstoel de testhaak binnen 10 seconden met één hand en zonder moeizame lichaamsbewegingen doelmatig aan het vastzetpunt kunnen aanhaken. Het los maken van de testhaak moet vanuit dezelfde lichaamshouding eveneens met één hand en binnen 10 seconden kunnen plaatsvinden. Deze methode is geen exacte meetmethode maar geeft een goede indicatie om er voor te zorgen dat de vastpunten niet op een onhandige plaats aan de rolstoel worden bevestigd. Testhaak NEN-ISO 7176-19 Tip: Rolstoelfabrikanten en rolstoelleveranciers doen er goed aan deze testmethode als uitgangspunt te nemen bij het ontwerpen van vastzetpunten. Ook voor rolstoelen die “vastzetbaar” zijn is het belangrijk om deze testmethode bepalend te laten zijn voor de plaatsing van eventueel (naderhand) aan te brengen vastzetpunten. B.5.4 Toelichting vrije gordelloop De onbelemmerde vrije ruimte in rolstoelen voor een veiligheidsgordel is in veel rolstoelen (nog) niet standaard. Obstakels belemmeren de juiste gordelloop. Zo komt het voor dat bij rolstoelen waar de zijkanten een verbinding maken met het frame van de rugleuning een veiligheidsgordel over de verbinding heen wordt aangebracht. Het heupdeel van de veiligheidsgordel ligt daardoor niet goed aan tegen de bovenbenen van de inzittende. Hierdoor kan tijdens een botsing ernstig (inwendig) letsel ontstaan. Ditzelfde effect onstaat bij rolstoelen met een aangepaste zitorthese waarvan de zijkanten gesloten zijn. Ook daar kan een veiligheidsgordel niet goed tegen het lichaam sluiten. © Ing. A.W.Peters Uitgave 2017 / 2018 61
   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66