Page 62 - Code VVR 2017-2018
P. 62
Bijlage B: Beginselen en uitgangspunten Deel 2 – Bijlagen bij De Code VVR Om hierin verbetering te brengen moeten rolstoelfabrikanten, revalidatietechnici en adviseurs zich altijd van deze gevaren bewust zijn en al bij voorbaat constructies kiezen waarbij de juiste gordelloop “als vanzelf” bereikt kan worden. B.5.5 Afwijkende zit- of lighoudingen Wanneer wegens afwijkende lichaamshoudingen of door noodzakelijke aanpassingen in een rolstoel de standaard veiligheidsgordel van de auto niet gebruikt kan worden, kan dat leiden tot levensbedreigende situaties bij ongevallen. Ook bij andere lichamelijke berperkingen kan het gebruik van de standaard veiligheidsgordel ongewenst zijn. De wetgever heeft dit onderkend en heeft in de wet (WVW art. 149) de mogelijkheid geboden om ontheffing te verlenen voor het gebruik van een veiligheidsgordel. Een vrijstelling lost het probleem echter alleen juridisch op. Beter is het om dan gebruik te maken van speciale gordels die tegemoet komen aan de individuele situatie. De tekst in het RVV artikel 59 lid 4 is daartoe duidelijk. Het gebruik van speciale gordels is ook toegestaan, mits die “deel uit maken van het vastzetsysteem”. Omdat tevens aan de algemene technische voorwaarden voor veiligheidsgordels moet worden voldaan (Europese richtlijn 77/541/EEG ), zullen speciale gordels slechts gemaakt kunnen worden door specialisten die voldoende kennis en vaardigheden bezitten om de technische- en veiligheidsbeginselen te koppelen aan de gevolgen van bepaalde ziektebeelden. Een speciale gordel zal overigens altijd individueel gemaakt moeten worden en als onderdeel van de rolstoel gezien moeten worden. Samengevat hoeven (sterk) afwijkende zithoudingen formeel gezien geen belemmering te zijn voor het veilig vervoeren van de betreffende rolstoelgebruikers. B.5.6 Ontheffing gebruik veiligheidsgordel, een dilemma? Een ontheffing voor het gebruik van een veiligheidsgordel maakt het volgens de wet mogelijk om zonder gebruik van een veiligheidsgordel vervoerd te worden. Hoewel die mogelijkheid op zichzelf juist is, zijn er bij het vervoer van rolstoelgebruikers echter ook belemmeringen waardoor het vervoer ondanks de ontheffing toch geweigerd kan worden. Als er namelijk meerdere rolstoelgebruikers in een voertuig vervoerd worden, kan bij calamiteiten de “los” zittende of “los” liggende passagier, evenals andere losse materialen, een extra gevaar zijn voor de overige rolstoelgebruikers en andere passagiers. En dat is dan weer niet toegestaan (Regeling Voertuigen, artikel 5.18.3). Voor een vervoerder kan dat vervolgens een goede reden zijn om een passagier met een ontheffing voor het gebruik van een veiligheidsgordel alleen te willen vervoeren. Wanneer hierdoor de ritten duurder worden, ligt het voor de hand aan te nemen dat die meerkosten als aanvullende voorziening (voor Wmo- en zorgverzekerden) vergoed zouden moeten worden. Hierover zal met de opdrachtgever van het vervoer dan overleg moeten plaatsvinden. B.5.7 Ambulancevervoer versus rolstoelbusvervoer In “vervoersland” komen veel vormen van vervoer voor. In het grensgebied tussen ambulancevervoer en rolstoelvervoer kunnen er misverstanden zijn over welk type vervoer moet of mag worden ingezet. Zo wordt vermoedelijk vaker dan nodig gebruik gemaakt van ambulances. Waarschijnlijk worden er veel ambulanceritten gemaakt waarbij het maar de vraag is of er zorg of “hulp ter zake van de aandoening of letsel” nodig is zoals dat in de Tijdelijke wet ambulancezorg bedoeld is. Dat soort ritten, waarbij dus geen “hulp terzake van de aandoening of letsel” nodig is, mogen vanuit (wets)technisch oogpunt ook plaatsvinden met andere voertuigen zoals zogenoemde zorgambulances of rolstoeltaxi´s die beschikken over de juiste vastzet- en veiligheidsmiddelen. Zo is het denkbaar dat gebruik wordt gemaakt van brancards met rolstoelwielen (zoals rolstoelbedden) die vastgezet kunnen worden met een NEN-ISO 10542 vastzetsyteem en speciale veiligheidsgordels die aan geldende normen voldoen, danwel als speciale aanpassing worden goedgekeurd. 62 Uitgave 2017 / 2018 © Ing. A.W.Peters
   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67