Page 53 - Code VVR 2017-2018
P. 53
Deel 2 – Bijlagen bij De Code VVR Bijlage A: Praktijksituaties en werkmethoden A.8 Afwijkende zithoudingen Er is een groep gehandicapten voor wie het onmogelijk is om een “rechtop” zitpositie in te nemen. Enkelen moeten zelfs liggen op een speciaal gemaakte rolstoel met ligorthese. Het gebruik van standaard aanwezige veiligheidsgordels zal voor deze categorie rolstoelgebruikers per definitie onmogelijk zijn. Maar omdat het gebruik van speciale gordels onder voorwaarden is toegestaan (zie ook bijlage A.7.2) kan ook deze categorie rolstoelgebruikers veilig vervoerd worden. De veiligheidsgordels die daarvoor nodig zijn moeten voldoen aan zeer specifieke eisen. Zo kan bijvoorbeeld een harnasgordel iemand in lighouding goede bescherming bieden. Voorwaarde is dat de gordel goed past en op de juiste wijze verbonden is met de aanhaakpunten voor het vastzetsysteem. Voor vrijwel iedereen kan een goede speciale gordel gemaakt worden. Het vaststellen van de specifieke uitvoeringseisen is een taak die alleen kan worden uitgevoerd door specialisten, die kennis hebben van zowel ziektebeelden als van mechanica. Deze deskundigen voldoen aan het criterium zoals dat bedoeld is in het Besluit Medische Hulpmiddelen, artikel 1 lid a. (zie ook paragraaf C.1.6) Omdat de hier bedoelde veiligheidsgordel feitelijk een “naar maat gemaakt” medisch hulpmiddel is, dient deze gemaakt te zijn volgens een voorschrift van “een arts of een andere persoon die daartoe uit hoofde van zijn beroep bevoegd is”. Dit voorschrift kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een certificaat dat de rolstoelgebruiker bij zich kan dragen en – indien nodig – aan de chauffeur kan tonen. De hier bedoelde veiligheidsgordels zijn altijd individueel bepaald. Het voordeel daarvan is dat de gordel bij de rolstoel kan blijven en de persoon in kwestie deze in alle rust kan (laten) aanbrengen voordat de rit begint. De chauffeur van de rolstoelauto hoeft dan alleen nog de haken van het vastzetsysteem aan te brengen. Per saldo kan op deze manier het vastzetten in de auto sneller verlopen dan iemand die gebruik moet maken van standaard veiligheidsgordels. Voor deze groep rolstoelgebruikers gelden wel enkele bijzondere aandachtspunten: • Het aanvragen van een speciale veiligheidsgordel is altijd de verantwoordelijkheid van de rolstoelgebruiker. • Als de rolstoelgebruiker een rolstoel in bruikleen heeft gekregen zal hij een aanvraag moeten doen bij de rolstoelverstrekker (bijv. Wmo 2015, Wlz of zorginstelling) voor een rolstoelaanpassing in de vorm van een speciale veiligheidsgordel. • Voor het vaststellen van de juiste uitvoeringsvorm is overleg met een ter zake deskundige noodzakelijk. • De ter zake deskundige kan een certificaat afgeven voor de ontwerpfilosofie, zodat de rolstoelgebruiker eenvoudig bij een vervoerder of zijn chauffeur kan aantonen dat aan de wettelijke bepalingen (RVV artikel 59) is voldaan. • Als de rolstoelgebruiker op deze wijze kan aantonen dat hij beschikt over de juiste veiligheidsgordel mag op die gronden vervoer niet geweigerd worden. Wel kan het zijn dat door de vaak grotere afmetingen van de gebruikte rolstoel speciale afspraken gemaakt moeten worden met de vervoerder. NB: De hierboven omschreven methodiek is nieuw en is nog niet gefundeerd. Dat kan een dilemma betekenen voor aanbesteders en aanbieders in het waarderen van bedoelde certificaten. Het verdient aanbeveling om daartoe (bijvoorbeeld in registervorm) een overzicht te ontwikkelen van specialisten die aantoonbaar voldoende ter zake deskundig te zijn. © Ing. A.W.Peters Uitgave 2017 / 2018 53
   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58