Page 54 - Code VVR 2017-2018
P. 54
Bijlage A: Praktijksituaties en werkmethoden Deel 2 – Bijlagen bij De Code VVR A.9 Hoofdsteun wel of niet Het wel of niet gebruiken van een hoofdsteun tijdens het vervoer van rolstoelgebruikers is een onderwerp waar geen eenduidige standpunten voor mogelijk zijn. Er zijn situaties waar het gebruik van een hoofdsteun vanzelfsprekend is, maar ook waarin een hoofdsteun eerder gevaarlijk dan beschermend is. Vooral wanneer een hoofdsteun makkelijk door de gebruiker verstelbaar moet zijn, kan deze tijdens een botsing ook onbedoeld verdraaien en als zodanig een extra kans op (ernstig) letsel geven. De wet geeft voor hoofdsteungebruik op rolstoelen geen aanwijzingen. Het gebruik van hoofdsteunen op rolstoelen is tijdens het vervoer dan ook niet wettelijk verplicht. Toch is het goed om een hoofdsteun te gebruiken als dat (technisch) mogelijk is. De belangrijkste functie van een hoofdsteun is dat deze voorkomt dat bij een (zware) botsing het hoofd van de gebruiker bij de “terugslag” niet te ver naar achteren kantelt. Om goede steun te krijgen is een stevige bevestiging van de hoofdsteun aan de rolstoel of het voertuig heel belangrijk. Hoofdsteunen komen in veel varianten voor, zoals: • Hoofdsteunen bevestigd aan het voertuig. Er zijn verschillende modellen en constructies in omloop. In het algemeen kan gebruik daarvan aanbevolen worden mits de positie ten opzichte van de rolstoelinzittende goed is. • Hoofdsteunen die een integraal onderdeel zijn van een aparte zit-unit op de rolstoel. Hiermee worden zit-units bedoeld die qua constructie vergelijkbaar zijn met autostoelen met geïntegreerde hoofdsteunen. Ook het gebruik van deze hoofdsteunen worden aanbevolen. Vanzelfsprekend dienen deze goed afgesteld te zijn. • Hoofdsteunen die met een externe constructie bevestigd zijn op een stevige rugleuning zoals die in de revalidatiewereld een vaste – of gepolsterde rugleuning genoemd wordt. Deze modellen komen het meest voor op elektrische rolstoelen en handrolstoelen met aparte zit-units. Wanneer de bevestigingsconstructie zo stevig is, dat deze na het instellen niet meer kan bewegen, is deze ook geschikt om te gebruiken tijdens het vervoer. In deze categorie zijn er echter ook bevestigingssystemen die al of niet met verschuifbare stangen werken en die zo licht vergrendeld zijn, dat rolstoelgebruikers deze zelf kunnen verdraaien. Dit type hoofdsteunen mag tijdens het vervoer niet gebruikt worden. De kans is namelijk te groot dat bij een (zware) botsing de hoofdsteun spontaan mee naar voren klapt en de rolstoelinzittende bij de terugslag tegen de stangen aankomt. Daarbij is het risico op (ernstig) letsel te groot. • Hoofdsteunen bevestigd aan het frame van opvouwbare rolstoelen. Hoewel het denkbaar is dat er goede constructies gemaakt kunnen worden, zijn dit soort hoofdsteunen in het algemeen uit den boze. Deze rugleuning- en hoofdsteunconstructies zijn vrijwel altijd te zwak. Samengevat is er geen eenduidige richtlijn te geven over het wel of niet gebruiken van een hoofdsteun. Goede samenspraak met deskundige begeleiders is daarom raadzaam. A.10 Werkbladen en andere aanpassingen op rolstoelen Bij mensen met (ernstige) lichamelijke beperkingen wordt soms gebruik gemaakt van werkbladen en andere lichaams-ondersteunende aanpassingen of hulpapparatuur, zoals bijvoorbeeld zuurstofflessen en beademingsapparatuur. In werkbladen kunnen ook stuurkastjes voor de bediening van de rolstoel of communicatiemiddelen zijn ingebouwd. Al deze extra voorzieningen zijn vaak een belemmering als het gaat om de veiligheid bij het vervoer van de rolstoelgebruiker. Zeker als die aanpassingen niet (tijdelijk) verwijderd kunnen worden. Om daar toch verstandig mee om te gaan volgen hierna enkele aanwijzingen: • Eenvoudige werkbladen Het grootste gevaar van werkbladen zit ‘m in het dunne materiaal en de plaats voor het lichaam, ter hoogte van de buik. Wanneer de veiligheidsgordel niet voldoende sluitend is aangebracht kan een werkblad bij een botsing venijnig in de buik drukken en inwendig letsel veroorzaken. Het is bij alle eenvoudige werkbladen mogelijk om deze uit de houder te schuiven en los te nemen. Om de risico’s te verkleinen moet een werkblad los genomen worden en apart in het voertuig worden geplaatst of, als de constructie van de bevestigingsbuis dat toelaat, aan de zijkant van de rolstoel gehangen worden. 54 Uitgave 2017 / 2018 © Ing. A.W.Peters